Het orgel in de kerk is gebouwd door Pels en Van Leeuwen.
De dispositie van het orgel is:
HOOFDWERK | BORSTWERK | PEDAAL | KOPPELINGEN |
---|---|---|---|
1 Prestant 8' | 10 Holpijp 8' | 16 Subbas 16' | Pedaal + Hoofdwerk |
2 Roerfluit 8' | 11 Koppelfluit 4' | 17 Baarpijp 8' | Pedaal + Borstwerk |
3 Octaaf 4' | 12 Nasard 3' | 18 Octaaf 4' | Hoofdwerk + Borstwerk |
4 Gedekte fluit 4' | 13 Prestant 2' | 19 Fagot 16' | |
5 Quint 3' | 14 Tertsfluit | ||
6 Sesquialter 2 sterk | 15 Dulciaan 8' | ||
7 Octaaf 2' | |||
8 Mixtuur 5 sterk | |||
9 Trompet |
De onderstaande tekst is van ds. Douwe Sijtsma over de symboliek in deze kerk, tijdens de ingebruikname van het nieuwe Liturgisch Centrum op 13 mei 2012.
Bij de bouw van de kerk is er voor gekozen om de preekstoel niet in het midden te zetten maar het liturgisch centrum in drieën te verdelen. Waardoor de suggestie werd gewekt dat de klanken van het orgel net zo belangrijk waren als de woorden vanaf de preekstoel. En dan gaat het natuurlijk niet zozeer over het orgel als wel over het samen zingen. Zingen waarbij zowel de woorden als de muziek belangrijk zijn.
In de afgelopen weken heb ik weer kunnen zien hoeveel pijpen erin zitten. Meer dan duizend. Die stuk voor stuk zijn gestemd om weer echt harmonieus te klinken. Daardoor doet het orgel me vaak denken aan de woorden van Gezang 300: Eens, als de bazuinen klinken, uit de hoogte, links en rechts, duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd, rest er niets meer dan te zingen, ‐ Heer, dan is uw pleit beslecht.
En er is geen mooier lied om die duizend stemmen te laten klinken dan Psalm 150.
Looft God, looft Hem overal.
Looft de Koning van ’t heelal
om zijn wonderbare macht,
om de heerlijkheid en kracht
van zijn naam en eeuwig wezen.
Looft de daden, groot en goed,
die Hij triomferend doet.
Hem zij eer, Hij zij geprezen.
Hef, bazuin, uw gouden stem,
harp en fluit, verheerlijkt Hem !
Citer, cimbel, tamboerijn,
laat uw maat de maatslag zijn
van Gods ongemeten wezen
opdat zinge al wat leeft
juiche al wat adem heeft
tot Gods eer. Hij zij geprezen.